Na tien jaar toepassing kiest het lokaal bestuur Sint-Truiden ervoor om het subsidiereglement voor infrastructuurwerken door vzw’s voor niet-stedelijke infrastructuur grondig te evalueren en een toekomstgericht kader te ontwikkelen. Het huidige reglement wordt tijdelijk on hold gezet om ruimte te maken voor een diepgaande analyse van de behoeften aan gemeenschapsinfrastructuur. De gemeenteraad van Sint-Truiden gaf vanavond groen licht voor deze evaluatie.
Het subsidiereglement, ingevoerd in 2013, bood financiële ondersteuning aan vzw’s voor investeringen in niet-stedelijke infrastructuur, zoals jeugd- en buurtaccommodaties. Hiermee konden verenigingen tot 80% van de kosten voor renovatie, uitbreiding of veiligheidswerken laten subsidiëren, met een maximum van 30.000 euro per project (50.000 euro voor gedeelde infrastructuur). Sinds 2014 werden via dit reglement 20 projecten van 15 verenigingen ondersteund, goed voor een totale subsidie van 615.807,15 euro.
Behoeften evolueren, beleid groeit mee
“De afgelopen tien jaar hebben we dankzij dit reglement structurele investeringen mogelijk gemaakt in onder meer jeugdhuizen, parochiezalen en buurtcentra. Toch stellen we vast dat de noden rond gemeenschapsinfrastructuur blijven evolueren. Daarom willen we nu een stap terugzetten om een helder en toekomstgericht beleid te ontwikkelen,” zegt schepen van Financiën Günther Dauw. “We nemen de tijd om te analyseren waar de grootste behoeften liggen en hoe we onze middelen in de toekomst zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten.”
Het stadsbestuur start een brede bevraging bij verenigingen en andere betrokkenen om een goed beeld te krijgen van de noden op lange termijn. Dit onderzoek vormt de basis voor een nieuw subsidiereglement, dat vanaf 2026 in het financiële meerjarenplan wordt opgenomen.
Fundamenten om straks op verder te bouwen
“Een warme stad heeft een sterke, verbindende gemeenschap nodig en daar hoort een degelijke infrastructuur bij,” vult burgemeester Ludwig Vandenhove aan. “Subsidies zijn een belangrijke hefboom om verenigingen en buurtinitiatieven te ondersteunen maar we moeten goed afwegen waar de grootste impact ligt. Geld kunnen we maar één keer uitgeven, dus is het cruciaal dat we onze middelen gericht en duurzaam inzetten. Met een goede analyse als fundament kunnen we voor de komende jaren verder bouwen aan een sterk beleid hieromtrent.”